Hoe vier je een 30-jarig bestaan? Vaak door terug te kijken, maar LATEI deed het anders. Op een inspirerend evenement in de Flint maakte de Amersfoortse projectontwikkelaar samen met relaties, dagvoorzitter Arie Lengkeek en sprekers Wilco Dekker (bergbeklimmer en technologiestrateeg), Elma van Beek (stedenbouwkundige) en Deborah Nas (technologie- en innovatie-expert) een enerverende reis naar de toekomst. En dat allemaal om een antwoord te vormen op die ene prangende vraag: hoe wonen en leven wij in 2052? Een verslag.
Cadeaus, taartjes en felicitaties. Het is meteen duidelijk op deze donderdagmiddag bij de entree van Flint: LATEI is jarig. Relaties komen enthousiast binnen om het jubileum mee te vieren. Het 30-jarig bestaan van het bedrijf is immers een mijlpaal.
De ruim honderd gasten kunnen rekenen op veel meer dan een feestje alleen. LATEI kiest vandaag voor de inhoud met een even informatief als inspirerend event, want zij wordt gedreven door de passie voor haar vakgebied. En bovendien: de urgentie om de maatschappelijke uitdagingen rond het thema wonen op te pakken is groot. Die stip op de horizon moet er komen — en snel ook.
Er prijkt dan ook in grote, lichtgevende cijfers ‘2052’ op het podium. De aanwezigen stappen een tijdmachine in en reizen dertig jaar vooruit. Niet alleen, maar aan de hand van een drietal sprekers die de toekomst wel vaker verkennen en de nieuwste ontwikkelingen kunnen duiden. Fijn, want het gaat soms zo snel in de wereld dat het mensen kan duizelen.
Reisleider van vandaag is Arie Lengkeek. Het vertreksein komt van hem. ‘LATEI heeft in de afgelopen dertig jaar veel bereikt, bedacht, ontworpen en dus ontwikkeld en gerealiseerd voor bewoners en hun directe omgeving. Niet alleen, maar met waardevolle partners. Er zijn heel mooie voorbeelden om op terug te kijken, maar dan staar je alleen naar het verleden en sta je met de rug naar de toekomst. Er is al veel veranderd binnen wonen. Wij zijn nieuwsgierig: hoe ziet de leefwereld eruit voor toekomstige generaties? Wat betekenen klimaatverandering en menselijk gedrag voor onze leefomgeving? We gaan nadenken, verkennen, mijmeren en inspireren, om samen een beeld te vormen van de toekomst.’
Stip op de horizon
Natuurlijk gaat het gezelschap van vandaag niet op pad zonder een openingswoord van LATEI-directeuren Ard de Jong en Antoni Poot. ‘Wij vinden het veel belangrijker om een stip op de horizon te zetten dan terug te kijken. De ontwikkelingen stapelen zich in een hoog tempo op. Welke vragen moeten we beantwoorden om verder te gaan?’
Lengkeek: ‘Antoni, hoe wonen we dan over dertig jaar?’ Poot: ‘Dat blijft elke dag de grote vraag. Als wij een project beginnen doen we dat altijd in de wetenschap dat het er over honderd jaar nog moet staan. Dan gaat het om de techniek van het huis, de duurzaamheid, maar ook: hoe maken we de omgeving zo goed en aantrekkelijk mogelijk? We willen elke dag wat nieuws uitvinden en een stap vooruitzetten. Dat doen we met ons team en onze partners. Hopelijk krijgen we vandaag inspiratie om vooruit te kijken.’
Lengkeek wil weten hoe De Jong de toekomst ziet. ‘Blijven we wonen in een eigen woning?’ De Jong: ‘Waarschijnlijk wel, dat is een geruststelling. Waarschijnlijk in een iets andere woning. Iets compacter, wellicht delen we voorzieningen met elkaar en is de woning op een andere manier bereikbaar. Hopelijk hou je droge voeten. Het gaat niet zozeer om de woning — iedereen heeft behoefte aan een dak boven zijn hoofd — maar vooral om de plek. Die moet bestand zijn tegen veranderingen. Hoe houden we de omgeving leefbaar en bereikbaar?’
Hij verwacht veel van deze middag. ‘Dat we de urgentie op ons netvlies krijgen. We kunnen niet langer wachten om keuzes te maken die over dertig jaar belangrijk zijn. De urgentie neemt toe en dat vraagt om daadkracht. Van ons, van onze partners, van de overheid, van ons allemaal.’
Nog even en we gaan de toekomst tegemoet. Lengkeek introduceert eerst nog tekenaar Paul Micolo, die de verhalen en ideeën van vandaag visualiseert en creatief vertaalt op papier. En er is een kubus met daarin een microfoon die tussen de optredens door in het publiek zal belanden voor reacties van toehoorders.
Expeditie 2052
Tijd om te vertrekken, tijd voor de eerste spreker. Daar is Wilco Dekker, gepassioneerd bergbeklimmer die in 2020 op de top van de wereld stond: de Mount Everest. Met zijn rotsvaste overtuiging dat je meer kunt dan je denkt is hij een inspirator. En hij is een technologiestrateeg. Combineer dat en je hebt een krachtig verhaal richting de toekomst.
‘Ik wil jullie meenemen op Expeditie 2052’, zo begint Dekker te vertellen. ‘Dat heb ik zo genoemd vanwege de sterke individuen en sterke manier van samenwerken die we nodig hebben. Van bewustzijn naar overtuiging. We moeten het zaadje planten zodat de overtuiging ontstaat dat we het daadwerkelijk gaan doen.’
Hij beschrijft zijn weg naar het hoogste punt van de Mount Everest en vertaalt die naar zeven stappen naar de top, waaronder bewustwording, passie, de durf om uit je comfortzone te stappen, de mate van onderzoek doen om beter te begrijpen wat op je pad zou kunnen komen en verrassingen te elimineren én de bereidheid om te oefenen. Dekker: ‘Dan word je onbewust bekwaam en krijg je de overtuiging dat het niet fout kan gaan. Ik wist dat ik zestig dagen later op de top zou staan. Daardoor kon ik genieten van de reis. Dat is wat we hier ook moeten doen.’
Hij maakt de vertaalslag naar technologiestrategieën. ‘Ik zeg weleens: ik sta met één been op de berg en met het andere in de toekomst. De vijf grootste bedrijven ter wereld zijn sinds 2017 allemaal tech-bedrijven. Technologie zal zich steeds meer gaan ontwikkelen en dat zal ook op wonen zijn effect hebben. Door nanotechnologie wordt alles kleiner, apps dienen als interface, er is een toename van draadloze toepassingen en devices staan met elkaar in verbinding. Het huis wordt straks veel meer app-gestuurd, via spraak en wellicht brain interface.’
Dekker raadt ‘Expeditie 2052’ aan om de eerder genoemde zeven stappen te doorlopen. ‘LATEI heeft zich haar materie in de afgelopen dertig jaar eigen gemaakt. Nu proberen we dertig jaar vooruit te kijken om de route naar de top af te leggen. Wees jullie daarbij bewust: er verschijnt aan de horizon altijd een nieuwe top. Maar laat het besef en de bewustwording hier beginnen, dat wij het verschil maken en nadenken hoe we de expeditie gaan invullen. Laat je door iedereen inspireren, maar laat je leiden door je intuïtie. Haal eruit wat voor jullie waardevol is.’
Levende stad
Na de interactie met het publiek en de uitslag van een poll is het een mooi moment voor een brug naar meer vakinhoudelijke stof tot nadenken. Die komt van Elma van Beek, al 25 jaar stedenbouwkundige. Zij neemt de zaal mee naar de stad van de toekomst. Ze noemt veranderingen als het klimaat en de stijgende zeespiegel. ‘We kunnen hoger gaan wonen, we kunnen drijvend gaan wonen in en op het water en we kunnen de dijken verhogen.’
‘We krijgen ook te maken met hittestress, hevigere piekbuien, wateroverlast en lange periodes van droogte’, vervolgt ze. ‘Daar moeten we ook wat mee. Door de stad te vergroenen kunnen we profiteren van de schaduw van de bomen. De stad warmt minder snel op achter groene daken en gevels.’
Van Beek pakt door. Urban farming en circulaire landbouw kunnen stad en ommeland beter met elkaar in balans brengen. De energietransitie is in 2052 achter de rug, waardoor we kunnen putten uit schone en hernieuwbare energiebronnen. ‘We moeten ook nadenken over mobiliteit en transport. Als we niks doen wonen we in een enorm verkeersinfarct. We moeten onze spullen anders verplaatsen en vervoeren en daarvoor gaan ontwerpen. Zoals we ook wat in de stad moeten doen met de vergrijzing en de bijbehorende zorgvraag.’
Ze ziet de stad als een levend organisme, een natuurverschijnsel: de levende stad. ‘Als wij als professionals werken aan een stad, is het handig dat we begrijpen hoe die functioneert. Als we de openbare ruimte inrichten voor auto’s, verwacht dan niet dat er steden ontstaan die voor mensen prettig zijn om in te leven.’
De stad van de toekomst voldoet aan meerdere generieke behoeftes. ‘We willen allemaal een gezonde leefomgeving. We willen allemaal kunnen kiezen hoe we leven en wonen. Verschillende leeffases, culturen en leefstijlen brengen verschillende woonwensen met zich mee. En we willen natuurlijk allemaal een hoog voorzieningenniveau. Het denken in behoefte brengt een belangrijke valkuil met zich mee: we moeten het allemaal doen op die ene aarde.’
Van Beek zet vier ‘kringlopen’ uiteen die ingrepen in de levende stad tot in de verre toekomst in stand houden. Maak gebruik van de bestaande voorzieningenstructuur zodat je wellicht niet eens hoeft uit te breiden naar weilanden, werk beter en op basis van meer vertrouwen samen, creëer waarde door middel van kleine functieverbredingen in gebieden (bijvoorbeeld werken, sporten, recreatie) en verduurzaam plekken.
Dat laatste onderdeel zet ze kracht bij met een bekend Amersfoortse voorbeeld: de Stadsring. ‘Die heeft nu een doorstroomfunctie, maar de plannen voor verbetering liggen al klaar. Als we water introduceren moet het verkeer teruggedrongen worden. Dat moet ergens anders heen, bijvoorbeeld door de lucht of onder de grond. De schaduw van de bomen zorgt voor verkoeling, windturbines en zonnepanelen aan de gevels voor energie en als we de ruimte natuurinclusief inrichten, net als de gebouwen, transformeert de Stadsring tot multifunctionele, prettige verblijfsplek. Zo bouwen wij aan de stad van de toekomst.’
De vraag is, zo vervolgt ze, hoe maakbaar is die nieuwe stad en hoe te starten? ‘We hebben allemaal een rol. We moeten niet naar de gemeente wijzen dat die het moet regelen. We moeten allemaal tussen de oren krijgen dat het echt moet veranderen, dat we elkaar opzoeken en inspireren. Niet terugschrikken dat dingen veranderen. Dat is spannend, vind ik ook, maar het moet wel gebeuren.’
Baanbrekende ontdekkingen
Deborah Nas, de derde en laatste spreker vandaag, neemt het stokje van haar over voor nieuwe futuristische perspectieven. Volgens deze technologie- en innovatie-expert staan we aan de vooravond van baanbrekende ontdekkingen. ‘De ontwikkelingen gaan snel, maar er kan technologisch veel meer dan we vandaag toepassen. De snelheid van verandering wordt niet bepaald door technologie, maar door de snelheid waarin wij ermee aan de slag gaan.’
Daar liggen psychologische processen aan ten grondslag. ‘Dat heeft te maken met ons referentiekader. We kiezen wat we kennen. Wat als boeken waren uitgevonden na videogames? Wellicht zouden we dan zeggen dat je in een game leert verkennen terwijl een boek je in een sociaal isolement brengt, omdat je je terugtrekt in je eigen wereld. We beoordelen technologie vanuit ons oude referentiekader. Het is alsof we een oude bril opzetten, daardoor naar de toekomst kijken en daar dan wat van vinden.’
Dat heeft gevolgen voor de uitdagingen waar we voor staan. ‘Willen we in 2052 het eerste klimaatneutrale continent zijn, dan zijn daar nieuwe toetreders voor nodig. Veranderen in een bestaande stad is enorm lastig, want stakeholders zitten allemaal vast in eigen, oude referentiekaders.’
Innovatie komt bijvoorbeeld uit China en Saoedi-Arabië, waar ze steden van de toekomst ontwikkelen en maximaal data gebruiken om van te leren. ‘Of onze steden er straks zo uitzien weet niemand. Wie kan 30 jaar vooruitkijken? Ik niet. Maar 30 jaar geleden bestond er nog geen publiek internet, dat kwam 29 jaar geleden pas. In 1995 zeiden respectabele nieuwsbronnen: dat gaat nooit wat worden. Mensen werden als gekkies in de hoek weggezet. Dat was het tijdperk van Web 1.0. We konden ons er geen voorstelling van maken.’
‘De grote verandering was Web 2.0, waar je niet alleen informatie kon vinden maar ook kon plaatsen. De introductie van de iPhone was vijftien jaar geleden de volgende revolutie. Nu is Web 3.0 er, dat het mogelijk maakt om digitale objecten te bezitten in de publiek omgeving. Dat is de hype van Metaverse en virtual reality. Ik kan me goed voorstellen dat de toekomst er zo uit gaat zien. Het is een ontwikkeling waarvan veel mensen zeggen: dat moeten we niet willen, het disconnect ons van de echte wereld. Maar ik denk dat het een enorme rol gaat spelen in ons leven. Ik weet niet hoe de toekomst er precies uitziet, maar ben ervan overtuigd dat onze wereld echt anders is dan vandaag.’
De microfoon zoeft weer door het publiek. Het verhaal maakt wat los, er is volop interactie. Of kids straks les krijgen in de Metaverse? En als de wereld steeds digitaler wordt, hoe belangrijk is dan de echte wereld nog?
Urgentie
Het is de ideale voedingsbodem voor de afsluitende paneldiscussie. Alle sprekers betreden nog een keer samen met de LATEI-directeuren het podium. Ondertussen laat tekenaar Micolo weten dat alles goed gaat. ‘Ik heb alleen te veel getekend. Maar genoeg inspiratie.’ Zijn creaties zijn tijdens de naborrel te zien.
In de slotwoorden van de paneldiscussie zit een oproep verpakt. Er is sterk leiderschap en daadkracht nodig, daarover zijn de professionals op het podium het eens. Twee dingen zijn zeker: de ontwikkelingen gaan snel en de uitdagingen zijn groot. De Jong: ‘De urgentie is enorm, dus laten we samen een stip op de horizon zetten, niet bang zijn om keuzes te maken en elkaar op onze verantwoordelijkheid aanspreken.’
Van Beek: ‘Daar kan ik wel achter staan. In de stad Chongqing is bijna elk jaar een nieuwe metrolijn geopend. We kunnen ons herinneren hoe lang Nederland over de Noord/Zuidlijn heeft gedaan. We hebben sterk leiderschap met visie nodig waar we met elkaar achter kunnen staan, anders blijf je democratisch rondjes draaien.’
Poot: ‘We moeten de steen in de vijver gooien en groter denken om uiteindelijk met elkaar stappen te zetten. De verantwoordelijkheid ligt niet bij één persoon, maar bij ons allemaal: gemeentebestuur, ontwikkelende partijen, stedenbouwers en architecten.’
Om met een knipoog te eindigen: ‘Dit is trouwens wel mijn meest inhoudelijke verjaardagsfeestje ooit. Ik hoop dat iedereen na de borrel geïnspireerd naar huis gaat en dat we de komende maanden met elkaar projecten kunnen aanvliegen met in het achterhoofd de ideeën die we hier gedeeld hebben. Dat is de rit die we met elkaar moeten maken.’
Energie
Dat het inhoudelijke programma van het jubileumevenement inspirerend was, blijkt wel tijdens de naborrel. Gasten praten enthousiast na over wat ze zojuist gehoord hebben. Een kleine rondgang.
Ingeborg de Jong, algemeen directeur van projectontwikkelaar Timpaan: ‘Ik vind het heel goed om over de toekomst na te denken. Vooral omdat waar we mee bezig zijn, woningen en woonomgevingen, er langer staan. Een fantastisch thema dus. De aanloop ernaartoe van LATEI was op LinkedIn met prikkelende thema’s en uitspraken ook al mooi. Er zijn een paar dingen waar ik na dit event even op moet herkauwen. Als de virtuele omgeving zo belangrijk wordt als Deborah Nas vertelde, dan wordt de fysieke wereld wellicht minder belangrijk. Wat gaat dat betekenen voor ons vak? Ook de vergrijzende samenleving gaat veel invloed hebben op ruimtelijke inrichting. Heel belangrijk met het oog op wonen in 2052 om daar rekening mee te houden. Wat moeten we daarvoor doen? Ik pak er een mooie uitspraak bij: wie zijn heden verkwanselt, is de slaaf van zijn toekomst. Dit is een waardig feestje en ik gun LATEI een fantastische komende dertig jaar.’
Henk Vos, zelfstandig ondernemer in vastgoed: ‘Hartstikke leuk dat LATEI er energie in steekt om haar jubileum echt inhoud te geven. Het is niet alleen een feestje, maar betekent daarnaast ook iets. Wonen en leven in 2052 is een ingewikkeld thema, we merken hoe moeilijk het is. Maar de hoofdvraag van vandaag daagt mensen wel uit om iets extra’s te denken, te vinden en te vragen. Ik vond het verhaal van bergbeklimmer Wilco Dekker erg interessant vanuit de opgave die hij als sporter had. Zo ook het verhaal over de ontwikkeling van technologie van Deborah Nas. Ik volg dat niet dagelijks, en ik denk negentig procent van de mensen niet, dus het is goed dat we even bij de tijd gebracht worden dat dit al redelijk volwassen ontwikkelingen zijn. Ik zou het zinvol vinden dat frequenter te doen, om het meer tussen de oren van mensen te krijgen. Wat zijn nou de ontwikkelingen die eraan komen en waardevol lijken?’
Engbert Stroobosscher, wethouder (o.a. ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteit) van de gemeente Veenendaal: ‘Ik word er enthousiast van als we naar de toekomst kijken. Heel belangrijk om een stip op de horizon te zetten en daar samen naartoe te gaan, al gaat dat altijd anders dan dat je van tevoren bedenkt. Wat ik vandaag heb gehoord geeft me energie. Het zet me aan tot extra nadenken over mobiliteit, want dat is in Nederland een grote uitdaging. Ik stelde net nog aan Deborah Nas de vraag: hoe staat het met teleporteren? Een knip in de vingers en je staat in New York. Hoe mooi zou het zijn als dat over 30 jaar kan? Als we kijken naar wonen in 2052, dan gaan we waarschijnlijk de lucht in. Hoe verplaatsen we ons dan? Wellicht in drones door de lucht. Ontzettend leuk om daarover met mensen uit dezelfde professie na te denken. Ik gun ook LATEI een nieuwe stip aan de horizon voor de komende dertig jaar en hoop dat ze die zullen bereiken.’
Tekst: Thijs Tomassen
Fotografie: Bobby Littlejohn
Tekenaar: Paul Micolo