In de vierde #poll over onze woon- en leefomgeving in 2052 vroegen we onze volgers waar we in de toekomst zullen werken. Slechts 4% van de respondenten verwacht dat we nog op kantoor werken zoals nu. Een hybride manier van werken – deels op kantoor, deels thuis – spreekt de meesten aan (55%) op de voet gevolgd door het werken als digital nomads (41%). Want in de virtuele wereld kun je overal werken. Welke invloed heeft dit op de gebouwde omgeving?
Voor productiebedrijven en de industrie zal er weinig veranderen. Deze zullen nog steeds ‘op locatie’ hun goederen produceren. Onze kantooromgevingen zullen echter drastisch krimpen als er minder behoefte is aan m² kantoorruimte. Kantoren zullen ontmoetingsplekken worden waar medewerkers samen komen voor sociale interactie. Al zou dit ook ‘op locatie’ gefaciliteerd kunnen worden, waardoor er helemaal geen kantoorruimte meer nodig is. Er zijn al bedrijven die op deze wijze hun organisatie inrichten. Kantoren die vrijkomen kunnen herontwikkeld worden naar woningen, mits ze op de juiste plek staan en het bestemmingsplan dit toelaat.
Hybride werken betekent voor werknemers dat ze thuis ‘aan de keukentafel’, ‘in de slaapkamer’ of ‘op de bank’ hun werkplek inrichten. Of misschien wel ‘in de tuin’, ‘op het balkon’ of in ‘het park’. Wonen en werken worden steeds meer geïntegreerd in huis, waardoor de woning niet langer alleen een plek is om te slapen. Functies worden met elkaar verweven, al is het niet de verwachting dat dit gevolgen zal hebben voor de wijze waarop eengezinswoningen ‘standaard’ worden ingedeeld (woonkamer, keuken, 2 slaapkamers).
Jonge generaties lijken minder verknocht aan een vaste studeer-, leer- of werkplek. Daar waar hun laptop bereik heeft, daar werken ze. Betrouwbare wifi-verbindingen zijn belangrijker dan de locatie. En zo kan het zijn dat een collega inlogt en mee vergadert vanuit Bali. Voor hen de normaalste zaak van de wereld. Kortom: de manier waarop we wonen zal door ‘anders’ werken niet drastisch veranderen, de manier waarop we samenwerken wel.